Na de bosbranden: als vrijwilliger in Mati

Ik was afgelopen zaterdag in Mati, het stadje nabij Athene dat het zwaarst door de bosbranden van vorige week getroffen werd. Niet om de ramptoerist uit te hangen, maar om als vrijwilliger mijn duit in het zakje te doen. Ik was al een aantal dagen op zoek naar een manier om te kunnen helpen. Geld hadden we al gedoneerd, maar als inwoner van Athene wilde ik ook fysiek helpen. Een voornemen dat ik had genomen nadat mijn vrouw, geboren en getogen Atheense, de dag na de ramp plots in tranen uitbarstte. Mijn vrouw is zeker geen drama queen, maar na een hele dag via het nieuws hier in Griekenland geconfonteerd te worden met alle details van de ramp, de persoonlijke tragedies, en de reconstructies van de paniek, de vernieling en de dood, werd het haar toch even te veel. Dus wilde ik koste wat kost helpen. Iets doen, wat dan ook. Net als zovele andere Atheners.

Maar Griekenland is en blijft Griekenland, en dus was het allesbehalve een evidentie om mijn goeie wil om te zetten in daden. Want ondanks het hartverwarmende aantal mensen die net als mij wilden helpen, ontbreekt het hier bij zulke voorvallen weleens aan centrale organisatie om die massale mankracht aan vrijwilligers om te zetten in productieve en constructieve hulp. De meesten gingen dan maar over tot het zelf organiseren van vrijwilligeracties via Facebook. Zo vond ik uiteindelijk Panagiotis, een Griekse student die samen met een aantal vrienden en medestudenten al een paar dagen actief was in geteisterde gebieden. Panagiotis had me er graag bij, omdat ik naast een paar handen ook een auto ter beschikking kon stellen. Nadat ik hem samen met een aantal andere vrijwilligers zaterdag omstreeks 4 uur had opgepikt in Doukissis Plakentias, reden we door naar Rafina, een van de getroffen plaatsen. Panagiotis had een adres waar gedoneerde goederen opgeslagen werden, en wij zouden er onze hulp aanbieden bij de distributie. We kregen er echter te horen dat er al genoeg vrijwilligers aan de slag waren, en dat we misschien van meer nut konden zijn in Mati. In één ruk door naar Mati dan maar.

Het was op weg naar Mati, op de verbindingsweg Leoforos Marathonos, dat we de eerste tekenen van de ramp te zien kregen. Verbrande bomen aan beide kanten van de weg, vanwege het vuur dat op de dag van de ramp vanuit Neos Voutzas naar Rafina en Mati in 20180728_192516recordtempo was komen overwaaien. Ook de brandweer was er nog steeds redelijk massaal op post. Wie de beelden van de live-verslaggeving tijdens de ramp vanop de Leoforos Marathonos heeft bekeken, begrijpt waarom. De echte schok kwam pas toen we kort daarop Mati binnenreden. Samen met de brandgeur werd ook de zichtbare vernieling intenser. We parkeerden aan de haven, waar alle vrijwilligers zich verzameld hadden. Er werd in grote getale pasta gekookt, die dan – samen met andere goederen – naar de slachtoffers in Mati gebracht zou worden. Panagiotis, zijn vriend Charis en ik namen samen een deel van Mati voor onze rekening: wij zouden de huizen in de buurt van de Kianis Aktis tot de Odos Perikleous voorzien. Tenmnste, de bewoners die effectief nog (of terug) in Mati waren. Want het werd al snel duidelijk dat de meerderheid van de lokale bevolking de plaats van het onheil verlaten had. Begrijpelijk.

Van de mensen die er wel waren, kregen we bijna steeds dezelfde reactie toen we hen benaderden: “Evgaristoume para poli paidia, alla eimaste kala“. Duidelijk en oprecht dankbaar voor het initiatief en het aangeboden voedsel, maar ze hadden eigenlijk niks nodig. Niets overtreft de ironie van een persoon die vanuit de voortuin van een volledig uitgebrand huis vriendelijk komt zeggen dat hij eigenlijk niks nodig heeft. De ietwat verrassende rustige reactie van de betroffenen viel wel op. We spraken verschillendePlan bewoners aan: mensen die het “geluk” hadden dat hun huis gespaard was gebleven en in hun tuin zaten na te praten, maar ook anderen van wie het huis gedeeltelijk of geheel in puin lag, en met opruimwerken bezig waren. Allemaal kwamen ze relatief “relaxed” over. Het kan ook natuurlijk ook berusting of gelatenheid geweest zijn. Of simpelweg een facade naar buiten toe. Eén keer werd die facade doorbroken: een bewoonster van een volledig verwoest huis in de Odos Mitilinis stond samen met een familielid – vermoedelijk de moeder – alle puinhoop bijeen te vegen, toen we haar vroegen of ze iets van de gedoneerde goederen nodig had. Na alweer een vriendelijke “Nee bedankt jongens”, vroeg ik dan maar of we konden helpen met het opruimen van de puinhoop in het huis. Waarop de emotie zich toch meester maakte bij de vrouw die aan een klaagzang begon, waarbij ze geëmotioneerd vermeldde hoe in haar straat alleen al vier doden gevallen waren. In één ruk vier buren, waarschijnlijk ook vrienden, kwijt. En dus ook nog eens haar woning. Daar sta je dan met je gedoneerde hulpgoederen. Want hoe oprecht dankbaar de betroffenen ook waren voor het initiatief: wat haalt klaargemaakte pasta uit bij mensen die net al hun bezittingen – of misschien erger: vrienden en familie – verloren hebben.

De rust – of berusting – bij de bewoners stond ook in schril contrast met de deprimerende aanblik van de schade tijdens onze doortocht. Aanvankelijk viel de willekeur van de ramp op: een huis volledig uitgebrand, het huis ernaast nog quasi intact, het huis dáárnaast dan weer compleet vernield. Naarmate we zuidelijker gingen, belandden we echter steeds meer in straten waar nagenoeg alles verwoest was. Geen enkel huis was er gespaard gebleven, sommige letterlijk met de grond gelijkgemaakt. En geen spatje groen meer. Beelden die je enkel verwacht in Midden-Oosters oorlogsgebied. Of in de betere horrorfilm. Doodse stilte, behalve het geluid van de aanwezige krekels. Met daarbij nog de misselijkmakend intense geur van verbrand hout – van verbrand álles, eigenlijk. Ik wil me niet inbeelden wat voor een nachtmerrie het geweest moet zijn voor de brandweer die hier daarbovenop nog tientallen verkoolde lichamen vond. Laat staan voor de bewoners zelf, die hier in de vlammenzee hun dood en die van hun partners, kinderen of ouders in de ogen zagen. Het leed is eigenlijk onbeschrijfelijk.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Nu hier in Griekenland de eerste dagen van schok en rouw achter de rug zijn, woedt het debat volop over wie (mede)verantwoordelijk is. De huidige regering vanwege een gebrekkig optreden tijdens en na de ramp, de vorige (corrupte) regeringen voor het illegaal verlenen van bouwvergunningen, tot de bewoners zelf vanwege hun overantwoorde bouwwerken: zowat alle partijen zijn al gepasseerd in de “blame game”. Persoonlijk ben ik echter nog niet zover. Ik kom voorlopig niet verder dan medeleven met de getroffenen van de ramp. Daarvoor liggen de beelden van Mati me nog net iets te veel op het netvlies.

Meer foto’s en video’s van mijn bezoek aan Mati zijn te vinden op mijn Instagram-account.

Ik heb er lang over getwijfeld of ik de foto’s en video’s wel zou publiceren, maar de beelden helpen om buitenstaanders te laten begrijpen hoe desastreus de toestand er is, en hoeveel hulp en donaties nodig zijn.

Voor wie geld wil doneren: alle info en gegevens zijn te vinden in mijn vorig bericht. Dóén, mensen.

2 gedachten over “Na de bosbranden: als vrijwilliger in Mati

Plaats een reactie