Het veiligheidsgevoel

Onlangs las ik een vraag van een nieuwkomer in een van de Atheense expatgroepen op Facebook. Hij was op zoek naar een flat, en wilde weten welke buurten in Athene te mijden waren vanwege onveiligheid. Ik wilde de brave nieuwkomer graag helpen, dus begon ik in mijn ondertussen 8 maanden ervaring in Athene te graven.

Ik kwam echter tot een conclusie waar ik tot dan nog niet had bij stilgestaan: ik heb me nog op geen enkel moment onveilig gevoeld in Athene. Goed, mijn flat bevindt zich in Marousi, algemeen bekend als een van de veiligste deelgemeentes ten noorden van de hoofdstad. Mijn bedrijf, in de buurt van Aigaleo in het westen, beschikt dan weer over eigen bewakingsagenten. Dat ik me in mijn eigen woon- en werkomgeving perfect veilig voel, is dus geen verrassing. Maar had ik me ik dan misschien nog nooit buiten mijn goed bewaakte appartementencomplex begeven, behalve dan voor de dagelijkse rit naar mijn al even streng bewaakte werkgever?

Zeker wel. Er schoten me meteen de bezoekjes te binnen die mijn vrouw en ik aan haar oudste broer brachten toen die nog in Petralona woonde. Petralona is een centraal gelegen woonwijk, ten westen van het Akropolis, niet ver van Tavros. Er was me verteld dat Petralona als een van de armere wijken van centraal Athene geldt. Dat het niet meteen als een toeristische trekpleister bestempeld kan worden, viel me tijdens m’n eerste bezoek al op: een wirwar van straten, stuk voor stuk volgebouwd met weinig uitnodigende flatgebouwen die als een claustrofobisch spook op je af lijken te komen, en elk zicht op het Akropolis of welke bezienswaardigheid dan ook ontnemen. De graffiti heeft zich bovendien van zowat elke voorgevel meester gemaakt, en niet het soort graffiti dat artistiek talent verraadt. Politieke leuzen, afgewisseld met steunbetuigingen aan voetbalclub Panathinaikos, maken duidelijk dat in Petralona de maatschappelijke knelpunten primeren op de esthetica. Maar voelde ik me er onveilig? Op geen enkel moment.

Petralona.jpg
Graffiti in Petralona, gewijd aan voetbalclub Panathinaikos

Ik las uit nieuwsgierigheid dan maar even wat andere leden van de Facebookgroep in kwestie hadden geantwoord. Geregeld kwamen de buurten Attiki en Exarcheia naar voren als twee te mijden wijken. Over Attiki kon ik niet oordelen. Het is een buurt iets ten noorden van het centrum waar ik nog nooit geweest was. Ik had wel gehoord dat de neonazi’s van Chrysi Avgi (Gouden Dageraad) er redelijk actief zouden zijn, maar verder dan glimpen van het weinig verdacht ogende metrostation op doortocht naar Marousi had ik van Attiki nog niet opgevangen.

Exarcheia kende ik iets beter. De wijk verbindt de drukke boulevard Leoforos Alexandras met het toeristische centrum, en staat vooral bekend als een bolwerk van anarchisten, die sinds de crisis steeds vocaler worden. De eerste weken na mijn aankomst in Athene verbleef ik in het Zafolia-hotel op de Leoforos Alexandras, en op weg naar de Belgische ambassade (die zich in de buurt van het Syntagma-plein bevindt) wandelde ik geregeld langs de oostelijke rand van Exarcheia. Ik kon de passage langs de kleine winkeltjes en de kleurvolle, gezellig ingerichte cafeetjes telkens wel appreciëren. Ook hier overheerst graffiti het straatbeeld, maar zonder aanduidbare reden gaf de buurt toch een kunstzinniger en inspirerender gevoel dan bijvoorbeeld Petralona – terwijl Exarcheia een maatschappelijk relevantere reputatie heeft. En redenen tot onveiligheid vond ik al helemaal niet.

Nu wil ik zeker niet van naïviteit beschuldigd worden. Er zijn me genoeg verhalen bekend van verontrustende incidenten in en rond Athene. Sommige zijn persoonlijke ervaringen van medebewoners die via sociale media gedeeld werden, andere zijn dan weer officieel bevestigde nieuwsberichten. Een drietal maanden geleden brachten zowel de Belgische als Griekse media nog het nieuws van een 54-jarige Belg die omgebracht was in Neos Kosmos, ten zuiden van het Atheense centrum. Athene afschilderen als een vreedzame utopie zou dus van een ontstellend gebrek aan realisme getuigen.

Tegelijk bestaat er bij mijn weten geen enkele wereldstad die vrij van misdaad is. De problemen in Brussel – waar ik zelf jaren gewerkt heb en steeds met verhoogde waakzaamheid rondliep – zijn uiteraard bekend. Zelfs in Gent, waar ik me vijf jaar lang met plezier onderdompelde in de warme, studentikoze sfeer, dook nu en dan wel een verontrustend verhaal op. En tijdens de avondjes stappen gedurende mijn vijfjarig verblijf in het Zuid-Spaanse Andalusië – overigens misschien wel de mooiste tijd van mijn leven – was ik elke avond wel getuige van de obligatoire knokpartij. Een enkele keer had ik zelfs de twijfelachtige eer om rechtstreeks betrokken te zijn. Met deze kennis in het achterhoofd blijft het dus vermeldenswaardig dat mijn verblijf in Athene, de hoofdstad van een land dat door velen als synoniem wordt gezien van armoede en economische crisis, voorlopig gekenmerkt wordt door de afwezigheid van nare ervaringen.

Ik antwoordde dan maar in eer en geweten op de Facebookpost: “Ik moet nog steeds de eerste buurt in Athene tegenkomen waar ik me niet op mijn gemak voel, en dat terwijl ik wel degelijk menige buurt hier heb bezocht.” In een mum van tijd kreeg mijn antwoord zes likes van mede-expats. Het zal dus toch niet alleen aan mij liggen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s