Teambuilding

Afgelopen dindsdag mocht ik mijn allereerste Griekse teambuilding meemaken. Mijn bedrijf hier in Athene hecht enorm veel waarde aan de gemoedstoestand van het personeel en sfeer tussen de collega’s, en ondernam daarvoor al verschillende initiatieven, zoals een fitnesszaal voor het personeel, en maandelijkse “happy fridays” met drankjes na het werk. Nu was het dus de beurt aan een heus “team bonding”-initiatief voor alle diensthoofden, met de bedoeling elkaar beter te leren kennen.

Het initiatief was al weken geleden aangekondigd, maar met weinig verdere info. De enige communicatie die van de verantwoordelijke dienst uitging, was: wees dinsdag om 09.00 uur aan de receptie van het kantoor, draag sportieve kledij, en laat de rest een verrassing zijn. Doorgaans heb ik het niet zo voor dergelijke ”verrassingen”: ik weet graag waar ik aan toe ben. Ik wist ook niet helemaal hoe ik “sportieve kledij” moest interpreteren. In de veronderstelling dat het allemaal niet zo serieus genomen moest worden, trok ik dinsdagochtend dan ook gewoon een casual jeans, een shirt met lange mouwen, en blauwe sneakers aan. Sportief genoeg voor gelijk welk bedrijfsinitiatief, leek me. Net voor ik de deur uitstapte, besloot ik toch maar mijn joggingbroek, een sporttruitje en m’n Nike-loopschoenen in een plastieken zak te stoppen. Voor de zekerheid, als plan B.

Toen ik op kantoor arriveerde, bleek mijn last-minute idee om een sportiever alternatief mee te brengen een goeie zet: om 09.00 uur stond de receptie van het bedrijf namelijk vol diensthoofden, zowat allemaal in flashy joggingpak en bijbehorende sportschoenen. Het beeld van 130 managers in sportuitrusting had iets surreëels, en het zichtbare ongemak bij sommigen onder hen verraadde dat ze nog niet vaak de binnenkant van hun sportkledij gezien hadden. Ikzelf had het echter begrepen: ik glipte meteen een toilet binnen en ruilde mijn jeans en sneakers in voor mijn joggingbroek en loopschoenen. Ik was op tijd terug voor de inleidende toespraak van de (Britse) CEO van het bedrijf, die zijn hoop uitsprak dat het initiatief het gewenste effect zou bereiken: elkaar beter leren kennen, op een speelse, spontane manier.

Een kwartiertje later werden we met z’n allen naar buiten geleid en in de drie wachtende reisbussen gedropt. Het hele gedoe begon onderhand weg te hebben van een schooluitstap, inclusief het afroepen van de achternamen van alle diensthoofden als aanwezigheidscontrole. Terwijl namen als Triantafyllos, Panagiotounakos en Tampakopoulos zonder enige moeite of aarzeling afgeroepen werden, was het uiteraard alleen mijn “exotische” naam – Vanbellingen – die de spreker de nodige problemen gaf. Ondertussen werd het ook duidelijk wat de eindbestemming van de busreis was: Loutraki, een badplaats aan de Korinthische Golf, op de scheidingslijn tussen het Griekse vasteland en de Peloponnesos. Het zou dus een busreis van iets meer dan een uur worden, langs de bekende Saronische Golf. Hoewel ik niet graag kansen op sightseeing onbenut laat, besloot ik om het bewonderen van de landschappen vanuit de bus tot de terugreis uit te stellen, en nog even de ogen te sluiten. Mijn dag begint doorgaans nog niet zo vroeg, en mijn hoofd had nog niet helemaal door dat het al wakker hoorde te zijn.

We arriveerden iets voor 11 uur in Loutraki, en het schoolse karakter van het hele gebeuren had ondertussen bij iedereen een kinderlijk enthousiasme losgeweekt. De positieve sfeer sloeg ook al snel op mezelf over.  Het hele gebeuren vond plaats in een uitgestrekt sportkamp, en begon met een gezamenlijk ontbijt. Daar werden alle diensthoofden opgedeeld in teams van 8 personen. De opzet van het hele initiatief werd 20171003_114522ook verder uitgelegd: de verschillende teams zouden met elkaar duelleren in verschillende teamproeven. De proeven kenden op zich weinig variatie: in een van de proeven moest elk team, met de voeten aan elkaar gebonden, zo snel mogelijk een aantal hindernissen doorkomen. In een andere proef moest één teamlid zijn geblinddoekte teamgenoten naar een bepaald eindpunt gidsen. De overige proeven hadden een gelijkaardig karakter: samenwerken als team om de proef sneller af te leggen dan het andere team. Het hele gedoe had een hoog chiro-karakter, maar ondanks mijn persoonlijke afkeer van jeugdbewegingstoestanden leefde ik me net als de rest van mijn team met plezier uit. De zon, die na een weekje afwezigheid haar weg blijkbaar teruggevonden had naar het Griekse vasteland, hielp uiteraard een handje.

Mijn bijdrage aan het volbrengen van de proeven was echter miniem, om niet te zeggen nihil, ondanks mijn beste bedoelingen. Om te beginnen werd het doel van elke proef uitgelegd in het Grieks. Tegen de tijd dat ik – met de hulp van vertalende teamgenoten – het doel van een proef begrepen had, was de proef alweer bijna voorbij. Bovendien kon ik me ook niet echt mengen in de proeven waarin teamoverleg centraal stond. In een team van acht personen met zeven Grieken en één Belg, gebeurde het overleg uiteraard voornamelijk in het Grieks, ondanks de welgemeende bedoelingen van mijn Griekse 20171003_120402teamgenoten om me zoveel mogelijk bij het teamoverleg te betrekken. Het maakte op zich niet veel uit: sfeer en vermaak primeerden op de teamprestatie, en niemand nam het resultaat van de proeven uiteraard al te serieus. Desondanks was het een persoonlijke herinnering aan een wetmatigheid waarmee ongetwijfeld vele andere expats al in aanraking gekomen zijn, en die van toepassing is op de meeste aspecten van het expatleven, zowel werk als privé: zolang je de voertaal van je omgeving niet vloeiend beheerst, ben je voor je integratie overgelaten aan de welwillendheid en capaciteiten van je collega’s, vrienden en andere locals. En ook in Athene als woonplaats en de Griekse Loterij als werkplaats vormt dit onvermijdelijk een hindernis: ondanks de goede bedoelingen en oprechte pogingen van Griekse collega’s, kennissen en schoonfamilie om me zoveel mogelijk te betrekken, maak ik het hun (te) moeilijk door iedereen te verplichten om me telkens in het Engels aan te spreken. De teambuilding had dus alvast één goed gevolg: een hernieuwde motivatie om mijn Griekse lessen, waar ik een drietal jaar geleden vol goeie moed mee was begonnen maar ondertussen langzaam maar zeker had verwaarloosd, zo snel mogelijk terug op te nemen.

Mijn nutteloosheid bij de proeven kon de pret niet echt drukken: het hele team leefde 20171003_131404zich kinderlijk uit, en ook ik vermaakte me opperbest. Alleen de laatste  activiteit, waar elk team voor alle deelnemers een act naar keuze moest opvoeren, was niet echt mijn ding. Spelletjes gaan me best af, maar mezelf voor schut zetten voor 130 collega-diensthoofden is niet meteen aan mij besteed. Ondanks een act waarin werkelijk elke amusementswaarde ontbrak, kregen we applaus van de andere teams. Solidariteit ten top. Het hele initiatief werd afgesloten met een aantal prijsuitreikingen (ons team won geen enkele), en rond 18.00 uur kon iedereen weer de bus in. Het sightseeën vanuit het busraam, dat ik ‘s ochtends wegens de nood aan slaap had uitgesteld, nam ik in de terugreis wel voor mijn rekening. Het deed deugd om het landschap buiten Athene nog eens te mogen bewonderen, met name het silhouet van de bergen tegen de achtergrond van een dalende zon, waarvan de reflectie vredig op het water van de Saronische Golf meedreef. Voor wie zich afvraagt wat Griekenland meer te bieden heeft dan ons Belgenlandje: dit, onder andere. Landschappen die je noch in Vlaanderen, noch in Wallonië terugvindt, en die de keuze van een verhuis naar Athene in één aanschouwing rechtvaardigen. No words needed.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Iets voor 19.00 uur arriveerden we aan het bedrijfsgebouw. Iedereen was moe, maar liet voor het verlaten van de bus zijn appreciatie voor het hele initiatief blijken met een welgemeend applaus. Het was een bevestiging van wat me tijdens negen maanden Athene al eerder was opgevallen: de Grieken maken graag pret, zelfs onder werkcollega’s, en elk initiatief dat hiertoe bijdraagt wordt dan ook gewaardeerd. Het gaat er in de Griekse bedrijfscultuur als gevolg een stuk speelser aan toe onder de collega’s dan in België. Een ingesteldheid die hier door collega’s en werkgever niet alleen lijkt te worden geapprecieerd, maar zelfs volop wordt aangemoedigd. Na vijf jaar in Belgische bedrijven waar collega’s in de eerste plaats als concurrenten beschouwd werden en een bedrijfscultuur waar ambitie en persoonlijke carrière primeerde op collegiale sfeer, is dit een meer dan welkome afwisseling.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s