De relativiteit van het rode licht

Het cliché van de zuiderse zondagsrijders wordt geregeld ook voor de Grieken aangehaald. Chaotische rijstijl, claxonneren om de vijf minuten, geschifte maneuvers… De reputatie van de gevaarlijke zuiderling achter het stuur zorgde voor een bang hartje toen ik me voor het eerst met de wagen in het Atheense verkeer begaf.

Maanden later moet ik zeggen dat het qua verkeersgevaar allemaal wel meevalt in het de Griekse hoofdstad. Ik zit ondertussen bijna dagelijks achter het stuur om tussen thuis en werk te pendelen, en voorlopig was ik enkel betrokken in één bijna-ongeval, te wijten aan een onvoorzichtige dame die, nota bene in onze eigen straat, gezellig alle aankomend verkeer even vergat toen ze onachtzaam met haar wagen de voorrangsweg opdraaide. Sindsdien weet ik alleszins de rem staan. Desondanks is de Peugeot 306 van mijn vrouw, die ik sinds onze aankomst in Athene geconfisceerd heb, voorlopig van brokken bespaard gebleven. De auto van mijn Griekse vrouw dus, die zelf sinds haar terugkeer in januari nog niet achter het stuur is gekropen. Gezien haar toenmalige staat van gevorderde zwangerschap was dat aanvankelijk een relatief vanzelfsprekende beslissing. Ondertussen is onze Grieks-Belgische nakomeling bijna 5 maanden oud, en nog steeds waagt mijn vrouw zich niet in het verkeer van haar geboortestad. Ze is het te lang verleerd, zegt ze: eerst ergens rustig opnieuw gaan oefenen, want ongetraind de Atheense wegen op is voor haar een nee, een oxi, een no way. Ze is geboren en getogen Atheense, dus ze zal het wel weten, denk ik dan.

Maar dit is dus niet wat ik voorlopig heb ervaren. Grieken rijden op zich best wel ok. Er zijn natuurlijk de snelle jongens die adrenaline belangrijker vinden dan veiligheid. En er zijn de opa’s die er anno 2017 nog steeds van uitgaan dat geen enkele wagen meer dan 40 km per uur kan of mag halen. En beide stereotypes kom je hier waarschijnlijk net iets vaker tegen dan in België. Maar het overgrote deel van de Atheense chauffeurs lijkt toch met gezond verstand rond te rijden. Zeker, er wordt sneller geclaxonneerd dan bij ons. Tè snel naar mijn mening. Ben je anderhalve seconde nadat het licht op groen springt nog niet weg, dan hoor je minstens een of twee claxons achter je. Kan wel eens vervelend zijn. Maar goed, vervelend is niet gevaarlijk, dus dat went wel.

Wat me echter na negen maanden nog steeds verstomming slaat, is de relativiteit van het rode licht in Athene. In België is het rode licht compromisloos. Geen denken aan dat je ook maar een of twee tienden van een seconde nadat het licht op rood springt nog doorrijdt. Zware verkeersovertreding, superboete en eventueel rijbewijs kwijt. En zelfs als je aan het oog van de arm der wet ontsnapt, speelt je geweten je voor de rest van de rit parten. Zo diep zit de angst voor het rode licht er bij ons ingedrild. Dat is hier in Athene wel even anders. Rood is hier volgens de meeste Grieken namelijk niet meteen rood. De eerste seconde van een rood licht is eigenlijk donker oranje, de tweede seconde is lichtrood. Pas daarna is rood voor vele Grieken ook echt rood, heb ik ondertussen begrepen. Een andere verklaring waarom hier zovelen nog één of twee seconden na het rood nog doodleuk doorknallen heb ik niet.

Het totnogtoe frappantste voorbeeld van de selectieve kleurenblindheid in het Griekse verkeer ervaarde ik eerder deze week, op weg naar het werk. Toen ik in Nea Ionia een druk kruispunt naderde, zag ik vanop afstand het licht van het kruispunt op rood springen. Het laatste voertuig dat voor de overgang naar rood zijn voorwielen nog net

KP
voorbij het verkeerslicht kreeg, was een enorme vrachtwagen. Door de omvang van de vrachtwagen en de drukte op het kruispunt duurde het echter nog zo’n vijf tot tien seconden vooraleer de chauffeur ook de rest van de vrachtwagen voorbij het – ondertussen allang rode – verkeerslicht wist te manoeuvreren. Op de kruisweg stond het licht ondertussen uiteraard al een tijdlang op groen, wagens stonden vertrekkensklaar. En toch. De chauffeur van de wagen die achter de vrachtwagen stond, vond het toegelaten om alsnog in het zog van de vrachtwagen door het rood te glippen, in ware aanhangwagenstijl. Op een druk kruispunt, vijf tot tien volle seconden na de overgang naar rood, ik overdrijf niet. Ik wil het in België wel eens zien gebeuren: je gaat meteen viraal op sociale media met het etiket van absolute zondagsrijder. Hier kraait er blijkbaar geen haan naar.

Zelfs de aanwezigheid van politie lijkt weinig tot geen impact te hebben. Tijdens een van mijn eerste weken in Athene wandelde ik op de Leoforos Alexandras, een van de drukkere boulevards in de Griekse hoofdstad. Ik moest een van de zijstraten oversteken, dus wachtte ik tot het licht voor het verkeer vanop de boulevard rood werd, en het licht voor de voetgangers op groen zou springen. Op een drietal meter van mij stonden twee agenten met elkaar te praten. Ook voor het verkeer op de boulevard was het onmogelijk om de twee gezanten van de arm der wet te missen. Maar het maakte niks uit: in de twee seconden nadat het licht op rood was gesprongen, schoten twee tot drie wagens vanop de boulevard nog snel de zijstraat in, hoewel het voetgangerslicht allang op groen stond. Want uiteraard wil de ironie ook dat de buffertijd tussen rood voor wagens en groen voor voetgangers hier quasi onbestaande is. Nog geen halve seconde nadat het verkeerslicht voor wagens op rood springt, staat het voor voetgangers al op groen. Ik keek met een veelbetekenende blik naar beide agenten, maar die keuvelden doodleuk verder. Waarom ook niet, er was toch geen ongeval gebeurd? De pragmatica van de Griekse ordehandhaving. Voeg daar nog een ontstellend gebrek aan flitspalen aan toe – van de weinige flitspalen in het verkeer werkt de meerderheid ook niet – en je begrijpt meteen waarom citytrippers in Athene, naast een bezoekje aan het Akropolis, doorgaans ook aangeraden wordt “bij een groen voetgangerslicht niet over te steken tot alle wagens ook effectief gestopt zijn.” Je zou anders je hele leven wel eens voorbij kunnen zien flitsen.

Tegelijk moet ik ook enige hypocrisie bekennen. De selectieve kleurenblindheid van de Grieken begint zich namelijk meer en meer op mezelf over te zetten. Een rood licht is ook voor mij al enkele maanden niet meer zo rood als voordien. Opvallend hoe snel slechte gewoontes zich meester kunnen maken. Dus, moesten er in de komende maanden op de sociale media nog eens beelden viraal gaan van een kleurenblinde zondagsrijder op de Oost-Vlaamse wegen, zou het wel eens kunnen dat ik in het vaderland ben.

Plaats een reactie