Afgelopen weekend vond de langverwachte verhuis plaats van het Belgisch-Grieks gezinnetje Vanbellingen-Lagonika naar Metamorfosi, waar genoemde dame Lagonika, mijn vrouw, is opgegroeid. Na precies een jaar verlaten we dus Maroussi, in het noorden van Athene, om ons te vestigen in haar plaats van afkomst, evenzeer in het noorden van Athene.
Geen van ons beiden vindt het jammer om Maroussi achter te moeten laten. Hoewel Maroussi geldt als een van de “chiquere” voorsteden van Athene, bleek Agios Thomas, de buurt in Maroussi waar onze flat lag, niet meteen de meest levendige. Althans volgens mijn persoonlijke ervaring. Best wel een oke plaats, maar geen van ons beiden kon zich er echt mee identificeren. De eerlijkheid gebiedt wel te vermelden dat we de buurt ook nooit echt ten gronde verkend hebben. De eerste 4 maanden werden we hierin beperkt door de (hoog)zwangerschap van mijn vrouw, terwijl tijdens de daaropvolgende 8 maanden de vanzelfsprekende zorg voor onze pasgeboren hybride vaak een spelbreker was. Een avondje uit, een cinemaatje of een restaurantje doen, zat er dus nooit in. Mijn ervaring baseert zich vooral op de wandelingen die ik met de baby door Agios Thomas maakte. Rustgevende wandelingen, dat zeker. Agios Thomas is een bijzonder groene, kalme buurt. Tenminste als je de drukke Amarisias Artemidos, de straat van het OAKA (het Olympisch sportcomplex) mijdt. De meeste straten kennen weinig tot geen verkeer, en het groen deelt harmonisch het straatbeeld met flatgebouwen die verklaren waarom Maroussi de reputatie van prestigeoord heeft.
Nu en dan worden de moderne flatgebouwen en groene bomen afgelost door een interessant bouwwerk of een bezienswaardigheid. Zo is er de orthodoxe Agios Thomas-kerk. Het in koud geel opgetrokken hoofdgebouw van de kerk doet me weinig, maar zelfs een niet-orthodoxe agnost als ikzelf raakt wel gecharmeerd door de autheunticiteit van het kleine bijgebouw. Tegenover de kerk bevindt zich een van de bijzonder weinige horecazaken in de buurt: O Fournos tou Pappou (Opa’s Oven). Deze koffiezaak blonk echter uit in onbeschikbaarheid: steeds opnieuw bleek ze gesloten telkens ik er voorbij wandelde, waardoor ik er na verloop van tijd maar gewoon van uitging dat de zaak “out of business” was. Het was pas tijdens mijn allerlaatste wandeling door Agios Thomas, afgelopen zaterdag, dat ik de zaak voor de eerste keer open zag. Hoedanook jammer dat ik er nooit een “frappe” of een “freddo” heb kunnen proberen, want de zaak straalt best wel gezelligheid uit.
Een ander vermeldenswaardig gebouw tijdens de wandelingen doorheen de buurt: het Dimotiko Kleisto Gimnastirio. Thuishaven van Maroussi BC, een basketclub met een rijke geschiedenis, maar helaas een minder glorieus heden. De glansperiode van de club is niet eens zo lang geleden: in het begin van deze eeuw kroonde Maroussi BC zich nog tot vice-landskampioen bekerfinalist, en boekte het zelfs Europese successen. Sinds 2010 is de club echter in verval, niet toevallig na het vertrek van de toenmalige eigenaar (een Grieks zakenman) en de resulterende financiële problemen. Helaas een veel voorkomend verhaal in de Griekse sportwereld. Momenteel speelt de club in de Griekse tweede klasse, net als heel wat andere clubs uit de verschillende Atheense stadsdelen trouwens. Het stadion laat ook niet echt vermoeden dat de club nog niet eens zo heel lang geleden nog tot de top van het Griekse basketbal behoorde. Je merkt het pas tijdens het binnenwandelen van het de inkomhal, waar foto’s en andere herinneringen van wedstrijden tegen Griekse en Europese topclubs prijken. Een ietwat pijnlijk contrast met de voor het overige bescheiden staat van het stadion, waarvan de deur doorgaans gewoon de hele dag open lijkt te staan.
De grootste trekpleister in zuidwest-Maroussi is uiteraard het O.A.K.A. zelf. Het sportcomplex dat werd gebouwd voor de Olympische Spelen van 2004, dient nog steeds vele doelen. Naast de occasionele concerten en andere evenementen, werken de voetbalploeg van AEK Athene en de basketbalploeg van Panathinaikos er beiden al jaren hun thuiswedstrijden af. En dat is niet altijd een zegen voor wie in de buurt woont: het verkeer in Amarisias Artemidos – de straat van onze vorige flat – ligt net voor en na de wedstrijden van beide ploegen steevast in de knoop. Om nog maar te zwijgen van alle dubbel geparkeerde auto’s tijdens de wedstrijd zelf. Ook de andere sportfaciliteiten van het O.A.K.A. worden nog veelvuldig gebruikt. Zelf ben ik er geregeld een uurtje gaan joggen op een van de twee atletiekpistes van het complex, meestal in het gezelschap van atletiekclubs die er terwijl hun trainingen afwerkten. Ondanks het feit dat ik er maandenlang m’n rondjes ging lopen, heb ik eigenlijk nooit geweten of dit uberhaupt toegelaten was. Voor de toegang tot de pistes was eigenlijk een elektronische badge vereist. Ik heb nooit de moeite gedaan om uit te vissen of en hoe ik zo’n badge kon bemachtigen, omdat mijn manier van binnengaan – door de omheining glippen – net zo efficiënt bleek. En helemaal gratis. Niemand heeft er ook ooit wat van gezegd, dus geen vuiltje aan de lucht.
Dus, rustige wandelingen door Agios Thomas en sportiviteit in het OAKA. Maar dat was het zo’n beetje, wat de charme van de buurt betreft. En wat ook opvalt, ondanks de reputatie van “chique buurt”: de vele onafgewerkte flatgebouwen. Het is een beeld dat het verhaal van het Griekenland van het laatste decennium en de crisis pijnlijk samenvat: de oorspronkelijke grootse plannen om danig uit te breiden, tot de crisis plots de kop opstak en nagenoeg iedere vorm van ontwikkeling een halt toeriep.
De flat zelf gaan we ook niet al te hard missen. Net als de hele buurt, was het Het Ilida-complex waar onze flat deel van uitmaakte eigenlijk te rustig naar onze zin. Buiten wat spelende kinderen, viel er weinig te zien of te beleven. Met de buren was er bovendien weinig tot geen contact. Het oudere koppel in de flat tegenover de onze was best wel vriendelijk, en vroeg geregeld hoe het met de baby ging. Maar dat was het dan weer. De laatste vorm van burencontact was trouwens een heftige discussie die ik had met de onderbuur, toen ik er een weekje voor ons vertrek om 2 uur ’s nachts ging aanbellen met het verzoek z’n muziek wat stiller te zetten omdat het onze baby wakker hield. Nog snel een burenruzietje op z’n Grieks, het kon er nog wel bij.
Goed, nu Metamorfosi dus. Een veel minder prestigieus oord. “Heel wat ruiger”, als ik sommige werkcollega’s mag geloven. Het klinkt me steeds als muziek in de oren. De levendigheid van ruige buurten lag me altijd al meer dan de saaiheid van chique wijken. En ik denk dat ik ook voor de rest van het gezinnetje Vanbellingen-Lagonika mag spreken.