Mijn vrouw stuurde me afgelopen weekend op een ietwat mysterieuze missie. Deel één: twaalf euro bij elkaar sprokkelen. Deel twee: met dat geld snel even bij haar goeie vriendin Afroditi langsgaan om daar drie martaki’s te kopen. Uiteraard besteed ik met plezier en zonder aarzeling twaalf euro aan mijn vrouw. Haar geluk is me zelfs een paar euro’s meer waard. Maar nu was ik wel benieuwd: wat in godsnaam is een martaki?
Een martaki, ook gekend als een martis, blijkt een rood-wit armbandje te zijn dat de Grieken, en dan vooral de kinderen, traditioneel gedurende de maand maart dragen. Volgens de traditie zou het kinderen (en ook wel volwassenen) gedurende de hele maand bescherming bieden. “Bescherming waartegen?” vroeg ik m’n vrouw. Het antwoord was net iets specifieker dan wat ik had verwacht: “Het zorgt ervoor dat je gezicht niet verbrandt”. Zo, da’s wel weer vergezocht, dacht ik. Of nam mijn vrouw me weer in de maling? Want dat zou ook niet de eerste keer zijn. Maar het bleek te kloppen, zo leerde verder onderzoek. 1 maart geldt in Griekenland traditioneel als het begin van de lente, en van 1 tot 31 maart dragen de Grieken dus de – vaak zelfgemaakte – martaki’s, die volgens de overlevering het aangezicht beschermen tegen de eerste lentezon, die hier in maart al redelijk hard kan schijnen. Mijn vrouw had zowaar gelijk.
In de algemenere betekenis staat het armbandje symbool voor een goede gezondheid. En de Grieken maken er blijkbaar een punt van om de (klein)kinderen in maart een martaki om te doen, vaak voorzien van een mati, een lichtblauw oogje, om hen zo een goeie gezondheid te garanderen. Nobele mensen, de Grieken. Zo begaan met de gezondheid van hun (klein)kinderen. Maar toch net niet genoeg om te stoppen met roken in openbare ruimtes waar het wemelt van de kinderen. Of om hun kleuters tijdens een bezoekje aan de speeltuin te voorzien van volwaardige voeding in plaats van koeken en snoep. Dan liever geloof hechten aan een magisch armbandje, want dat kost natuurlijk net iets minder moeite dan het prediken van een gezonde levensstijl. Maar goed, ik word weer cynisch. En het is nog maar dinsdag.
Ik heb voor deze ene keer ook m’n aangeboren scepsis tijdelijk aan de kant geschoven. Die ruimt na lang beraad een maandje plaats voor een martaki aan m’n linkerpols, en wel om drie redenen. Eén: rood is mijn kleur. Twee: de martis maakt geen deel uit van de Grieks-Orthodoxe tradities, die zonder pardon mijn veto krijgen, uit principieel protest tegen de belachelijk grote invloed die een achterhaald instituut als de kerk nog steeds heeft hier in Griekenland. Vechten tegen windmolens, weet ik wel, maar het sust mijn vrijzinnig geweten. De martis-traditie stamt echter uit het Oude Griekenland, en kent zijn oorsprong dus niet in het christendom. Daar kan nog wel een oogje voor dichtgeknepen worden. En drie: uit respect voor Afroditi, de boezemvriendin van mijn vrouw, die zich vorige week ijverig heeft beziggehouden met het maken van martaki’s voor alle geïnteresseerden, en die aan de schappelijke prijs van drie euro per stuk heeft verkocht. Inhoeverre Afroditi zelf ook daadwerkelijk gelooft in de vermeende kracht van de martaki’s, is me niet bekend. Wel weet ik dat Afroditi een schat van een dame is, die ons gezinnetje een heel warm hart toedraagt. Daarvoor draag ik dan met plezier een maand lang een talisman. Want, zoals we in het Nederlands zeggen: “baadt het niet, dan schaadt het niet”.
Aris, ons 21 maand oud zoontje, denkt er echter anders over. Bij elke poging om hem z’n martaki om te doen, schiet hij in een Belgische colère. Allergisch voor nonsens, heet dat dan.
Meer informatie over de martis vind je op de Parakalo-website.
Ik was een week of twee geleden nog voor het werk in Bulgarije, waar de gids ons tijdens een bezoek aan Sofia vertelde over de ‘martenitsi’, kleine poppetjes die van rood-wit touw zijn gemaakt en die je op 1 maart aan je geliefden uitdeelt om hun een goede gezondheid en voorspoed te wensen. Je draagt ze ongeveer een week of drie, tot je een ooievaar ziet, en dan hang je ze aan een (fruit)boom. Grappig om te lezen dat zo goed als hetzelfde gebruik dus ook in Griekenland bestaat – ik had geen idee. Maar ‘t is een mooie traditie!
LikeLike