Ik heb vorige week nog eens een “alleen in Griekenland”-momentje mogen meemaken: een incident dat je waarschijnlijk enkel en alleen in Griekenland (of landen met dezelfde twijfelachtige reputatie qua efficiëntie) kan meemaken.
Het begon in Serifos, waar we vorige week onze jaarlijkse zomervakantie doorbrachten. Serifos is trouwens, net zoals zowat alle andere Griekse eilanden, een aanrader. Een van de minder gekende eilanden in de Cycladen, waardoor het eiland – zeker in coronatijden – niet overrompeld wordt door massatoerisme. Voor wie zonder grote drukte wil genieten van mooie zandstranden en low-profile Griekenland, is Serifos een geschikte bestemming (foto’s zijn trouwens te vinden op mijn Instagram). Helaas heerst er momenteel het gevoel dat vermoedelijk in wel meerdere vakantiebestemmingen heerst: dat corona niet bestaat tijdens vakantie, en het virus helemaal niet overgezet kan worden op zomerse toeristische bestemmingen. Een andere verklaring heb ik niet waarom er zo weinig mondmaskers gedragen werden, zowel door toeristen als door personeel. Voorzichtigheid was zeker niet het overheersende gevoel in ons bungalowpark.
Misschien was dat ook de reden waarom ik tijdens het tweede deel van de vakantie geplaagd werd door keelpijn, lopende neus en een toch relatief zware hoest. Mijn vrouw en zoontje voelden zich evenmin al te best, dus brachten we op de voorlaatste dag een bezoekje aan het plaatselijke medische centrum in Chora, om zeker te zijn dat we geen Covid mee naar huis namen. De plaatselijke dokter was er bijzonder gerust in, en nam al snel vrede met mijn verklaring dat ik de dag ervoor nog een zelftest had gedaan. “Gewoon een of ander onschuldig virusje, in dat geval”.
Ook na onze thuiskomst in Athene liep ik nog steeds te hoesten, en dus stelde ik mijn werkgever voor dat ik voorlopig nog van thuis zou werken, om toch maar geen collega’s te besmetten. De HR-afdeling stemde in, en vroeg meteen ook of ik voor de zekerheid ergens een PCR-test zou kunnen afleggen, op kosten van het bedrijf. Geen probleem, want hier in Metamorfosi was net een nieuw medisch labo open gegaan, waar medische analyses zoals PCR-tests op aanvraag uitgevoerd kunnen worden. En dus ging ik dezelfde dag nog snel langs in het labo. Vriendelijke bediening, al droeg ook hier niet alle personeel een mondmasker. Vreemde vaststelling, zeker in een medisch labo waar voornamelijk zieke klanten langskomen. Maar goed, de PCR-test was snel gepiept, en een kwartiertje later mocht ik weer beschikken. Het resultaat van de test zou de dag daarop per mail opgestuurd worden.
De volgende dag was er geen mail te bespeuren. Goed, niet zo uitzonderlijk in Griekenland. De dag daarop evenmin. Nog steeds geen ongeziene situatie. Maar toen ik maandagmiddag nog steeds niks gehoord had, stuurde ik zelf een mailtje om te vragen hoe het zat. Een kwartiertje later kwam dan eindelijk de mail met het resultaat:

“Detection of SARS-CoV-2”. Ik viel bijna van m’n stoel. Een hoestje zonder koorts. Drie negatieve zelftests. Hoe kon ik godsnaam dan toch Covid-positief zijn? En hoe moest het nu verder? Mijn Griekse schoonouders, niet van de jongste en van de gezondste, hadden ons de hele week gezelschap gehouden. Had ik onbewust hun doodvonnis getekend? En mijn schoonbroer, die net met z’n gezin op bezoek was uit Spanje en de volgende dag terug zou vertrekken? Moesten zij hun reis huiswaarts halsoverkop annuleren en hier in quarantaine blijven? In lichte paniek belde mijn vrouw het labo voor meer informatie. Ik hoorde haar de hele uitleg in het Grieks doen – “Mijn echtgenoot, Vanbellingen, bij jullie een PCR-test gedaan, resultaat gekregen, detection of SARS…” – met een lichte trilling in haar stem. Dan even stilte terwijl de labo-medewerkster aan de andere kant wat dingen opzocht, en ik haar daarop mijn vrouw van antwoord hoorde dienen. En dan plots, een zucht van opluchting bij mijn vrouw, gevolgd door een welgemeende “Oh, godzijdank”. Gevolgd door nog wat ontspannen gepalaver in het Grieks met de dame aan de andere kant van de lijn.
Toen mijn vrouw eindelijk de telefoon neerlegde, stond ik bijna op springen: “Hoe zit het nu?”. Het antwoord van mijn vrouw was even opluchtend als onthutsend: “Je bent niet positief, je bent negatief. Ze hebben blijkbaar ergens een fout gemaakt”. Blijkbaar ergens een fout gemaakt. Alsof het om een bestelling bij McDonald’s ging in plaats van een medische diagnose. Wat als we niet hadden gebeld, en er gewoon van uit waren gegaan dat de oorspronkelijke gecommuniceerde “positieve” diagnose correct was geweest? Of nog erger: wat in het omgekeerde geval? Wat als ik wel positief was geweest, maar het labo doodleuk gecommuniceerd zou hebben dat ik negatief was en er geen vuiltje aan de lucht was?
Mijn vrouw merkte – grotendeels grappend, maar ook een klein beetje serieus – op dat we het labo zouden kunnen vervolgen voor geleden emotionele en psychische schade door de foutief gecommuniceerde diagnose. Het zou uiteraard een beetje hypocriet zijn om effectief smartengeld te eisen voor die vijf minuten “geestelijk leed” van een foutief gecommuniceerde Covid-diagnose. Maar stel je eens voor dat het niet om een foutieve Covid-diagnose, maar pakweg een foutieve kankerdiagnose had gegaan. Wie zou er dan nog genoegen nemen met een simpele “sorry, foutje”?
Goed, zoals altijd is zeker niet alles negatief hier. Afgelopen week kreeg ik ook mijn eerste prik (Pfizer), in het vaccinatiecentrum in Maroussi. En dat verliep verrassend vlot. Afspraak vastgelegd via de daartoe dienende website, zonder problemen. Het aanschuiven voor de prik verliep ordelijk, en binnen de vijftien minuten had ik mijn prik. Allemaal zonder problemen. Als het goed is, mag het ook gezegd worden. Al valt het te hopen dat het vaccinatiecentrum niet aan dezelfde foutengevoeligheid als het medisch labo in Metamorfosi lijdt. Want “sorry, foutje”, gaat echt niet volstaan als zou blijken dat ik de verkeerde spuit gekregen heb.