Dat religie in het huidige Griekenland – zelfs bij de jongere generatie – nog steeds een prominente rol speelt, heb ik sinds mijn aankomst in Griekenland al geregeld mogen ervaren. Als vrijzinnige, moderne Belg blijft het me echter steeds weer verbazen. Op enkele momenten durft die verbazing zelfs wel eens om te slaan om in lichte afkeer. Zoals vorige zondag, toen ik de eer had om een Grieks-Orthodoxe doop te mogen bijwonen.
Ik moet wel eerlijk zeggen dat mijn cynisme ten opzichte van georganiseerde religie er een beetje met de paplepel is ingegoten. Mijn ouders waren vrijzinnig nog voor het “trending” was, en voor zover ik me herinner maakte vooral mijn vader er een punt van om ons op die manier op te voeden. Desondanks ben ik om onduidelijke redenen gedoopt. Ik heb m’n ouders nooit gevraagd waarom. Straffer nog: in het eerste studiejaar volgde ik – een beetje per abuis – godsdienst, en heb ik bijgevolg mijn eerste communie gedaan. Daarna was het echter voorbij met christelijke plichtplegingen. Zedenleer, vrijzinnigenfeest, en enkel een kerk betreden als het echt nodig was. Vandaag kijkt niemand in België meer op van dergelijke levenswandel, maar in de jaren 80 was dit toch nog verrassend uitzonderlijk. Ik herinner me nog levendig een zomerkamp georganiseerd door Top Vakantie met zo’n 30 kinderen, waar mijn zus en ik als enige 2 kinderen een vrijstelling voor de wekelijkse zondagsmis hadden. Ik ben mijn ouders steeds bijzonder dankbaar gebleven voor de meegegeven immuniteit voor christelijke invloeden en de scepsis die ze me bijbrachten ten opzichte van religieuze, dogmatische (naar mijn mening achterhaalde) levensvisies en hun (naar mijn mening al even achterhaalde) gebruiken. En ik ben maar wat blij dat meer en meer Belgen een dergelijke kritische houding ten opzichte van het christendom (en wereldreligies in het algemeen) ontwikkelen.
In Griekenland is men echter duidelijk zover nog niet. Ik heb niet echt een beeld op de generatie twintigers, maar bij de generatie dertigers (mijn leeftijdsgenoten) zitten de christelijk-orthodoxe gebruiken er blijkbaar nog steeds redelijk diep in. Er wordt hier nog steeds veelvuldig voor de kerk getrouwd. En kinderen worden nog relatief massaal gedoopt. En niet alleen binnen de “kleingeestige” kringen van de generatie dertigers. Neem nu Stavrianna, een van mijn directe vrouwelijke werkcollega’s. Stavrianna is vooraan in de dertig, een bijzonder pientere jongedame met een doctoraat, ruimdenkend, en staat met een gezonde kritische houding tegenover bepaalde aspecten van de Griekse samenleving. Toen ze me enkele maanden geleden een uitnodiging voor het doopfeest van haar dochtertje overhandigde, was ik enorm vereerd, maar ook evenzeer verbaasd. Verbaasd dat iemand zo ontwikkeld en ruimdenkend toch meedeed aan zulke religieuze praktijken. Stavrianna begreep mijn verbazing. Ze is ook zeker niet diepgelovig, legde ze uit. Waarom ze haar dochtertje dan toch liet dopen? “Uit zekerheid”. De diepgewortelde irrationele invloed van de orthodoxe “Vrees God want Hij ziet alles”-doctrine raakt nog steeds zelfs de meest rationelen.
Stavrianna is heus geen alleenstaand geval in Athene. Theofania, de assistente van mijn baas, is net als Stavrianna een even ruimdenkende als tolerante Griekse jongedame. Tijdens de zwangerschap van mijn vrouw liet Theofania geregeld haar oprechte interesse en vreugde over de nakende geboorte van ons eerste zoontje blijken. Schat van een vrouw dus, die er na de bevalling ook als de kippen bij was om me uitgebreid en vol enthousiasme te feliciteren met mijn kersvers vaderschap. Theofania was echter verbaasd te horen dat mijn Griekse vrouw en ik al meteen na de bevalling de voornaam van ons zoontje hadden laten registreren. Waarom wachtten we daar niet mee tot na de doop, zoals het de gewoonte betaamt in Griekenland? Toen ik antwoordde dat ons zoontje niet gedoopt zou worden, bespeurde ik een aan afkeur grenzende ontzetting in de reactie van Theofania.
Maar het kan nog erger. Olvasia is een vroegere collega van mijn vrouw, en beiden houden er nog steeds een warme vriendschap op na. Ook ik heb Olvasia ondertussen leren kennen als een aangename, vlotte dame. In bepaalde opzichten een tikkeltje traditioneel, dat wel. Maar haar onbegrip voor onze beslissing om ons zoontje niet te laten dopen kwam toch wel onverwacht. Sommige argumenten waarmee ze mijn vrouw blijkbaar had proberen overtuigen om ons zoontje te laten dopen grenzen bovendien aan het surreële. Zo zouden volgens Olvasia kinderen die niet gedoopt werden slechter ruiken dan gedoopte kinderen. Ik herhaal: niet-gedoopte kinderen stinken volgens Olvasia meer dan gedoopte kinderen. Je houdt het toch niet voor mogelijk dat jongere, hoger opgeleide Grieken er nog zulke absurde ideeën op nahouden. En dan is er nog Sofia, een andere ex-collega van mijn vrouw, die ons vorige zondag dus had uitgenodigd voor de doop van haar zoontje. Niet enkel het doopfeest zoals bij Stavrianna, maar ook de eigenlijke doop in de kerk. Sofia, zo vermoedde m’n vrouw, liet haar kind vooral dopen om haar ouders een plezier te doen. Want dat lijkt inderdaad een van de meest voorkomende redenen te zijn waarom jonge ouders nog steeds de ortodoxe gebruiken respecteren: om de grootouders niet tegen de schenen te schoppen. Zelfs volwassen dertigers horen in Griekenland nog steeds naar hun ouders te luisteren. Vaak tegen beter weten in.
Ik had nog nooit eerder een doop bijgewoond, laat staan een Grieks-orthodoxe doop. Welnu, het is geen aanrader. Ik leek wel in een sekte beland: een akelig zingende – overigens relatief jonge – pastoor, schimmige religieuze rituelen, de moeder van het kind die duidelijk niet op haar gemak was, de meter van het kind die op een bepaald moment een of andere plechtige, sinistere belofte moest afleggen aan de pastoor, de genodigden die op tijd en stond verwacht werden kruisgebedjes te maken als een bende gehersenspoelde sekteleden, en doorheen het hele proces een onophoudelijk krijsend en huilend kind dat de schrik van z’n leven lijkt te beleven. M’n vrouw vertelde me dat het wel eens gebeurt dat het doopritueel zo traumatiserend op een kind kan inwerken dat het weken erna nog nachtmerries over het hele gebeuren heeft. Ik kon me er meteen iets bij voorstellen. Als je daarbovenop bedenkt dat de ouders van het kind verwacht worden om de pastoor “als dank voor bewezen diensten” een niet te onderschatten bedrag toe te schuiven – in het zwart uiteraard, lang leve de fakelaki – dan vraag je je toch af wat de ouders in godsnaam bezielt om aan deze hele onzin nog mee te doen. Wat heeft Griekenland op bepaalde vlakken toch nog een lange weg af te leggen naar de moderne wereld…
Voor wie het nog niet doorhad: mijn 6 maanden oud Grieks-Belgisch zoontje zal nooit gedoopt worden. De christelijke gebruiken (zowel de katholieke als de orthodoxe) kunnen me wat. Mijn vrouw denkt er gelukkig net zo over. En voor mijn Griekse schoonouders hoeft het ook niet, dus dat scheelt alvast een ongemakkelijke discussie. Lang leve de weinige vrijzinnigen tussen de godvrezende Grieken.
[…] orthodoxe doop mogen bijwonen, en die had me een bijzonder onaangenaam gevoel gegeven (zoals in dit blogbericht beschreven). Ik stond dus zeker niet te springen om het hele ritueel opnieuw mee te maken. M’n […]
LikeLike