Pasen is “a big deal” hier in Griekenland. Belangrijker dan kerstmis zelfs, heb ik me door de orthodoxe Grieken laten vertellen. De impact in de Griekse bedrijfswereld is navenant: zowel Goede Vrijdag als Paasmaandag gelden als officiële feestdagen, dus genieten Griekse werknemers van een paasweekend van maar liefst vier dagen. Vierenhalf eigenlijk, want de meeste Griekse bedrijven sturen hun werknemers reeds donderdagmiddag naar huis.

De christelijke festiviteiten laten mij persoonlijk koud, maar een weekend van vier dagen, daar zeg ook ik geen nee tegen. En ik besloot er in een ruk het maximum uit te halen: ik had m’n vrouw de opdracht gegeven om een leuke bestemming buiten Athene te vinden waar we het verlengde paasweekend konden doorbrengen. Want het alternatief was hetzelfde scenario als vorig jaar: Paaszondag doorbrengen bij de familie van de vriendin van m’n schoonbroer in Rafina. Dus niet alleen met mijn eigen Griekse schoonfamilie, maar ook nog eens met de schoonfamilie van m’n schoonbroer. Vorig jaar viel dat allemaal best goed mee, en Rafina is bovendien een erg leuke plek, maar deze keer had ik toch even geen zin om een hele zondag ondergedompeld te worden in Helleense familietradities en de formaliteitsgesprekken in het Grieks met de schoonfamilie, en met de schoonfamilie van de schoonfamilie. Dan liever met ons drietjes erop uit tijdens een gezinsreisje.
De bestemming liet ik dus over aan m’n Griekse echtgenote, die al snel met het idee kwam van een reisje naar Nafplio. Reden: vanuit Athene voor een weekendje naar het noorden van de Peloponnesos trekken is perfect doenbaar met de auto. In tegenstelling tot een trip naar de Griekse eilanden, waarvoor je ofwel de ferry, ofwel het vliegtuig nodig hebt. Helaas was alles in Nafplio reeds volgeboekt, maar mijn vrouw vond wel een beschikbaar en voordelig appartementje in Tolo, op amper 10 km. van Nafplio.

Vrijdag om half twee dus de snelweg op. Samen met een hele hoop andere Atheners, bleek al snel. De enorme wachtrij op de Olympia Odos (de snelweg naar de Peloponnesos) aan de eerste tolpost in Mandra maakte duidelijk hoeveel mensen Athene verlaten tijdens het paasweekend. Uiteindelijk deden we er iets minder dan 3 uur over van Athene tot Tolo. Gelukkig was het tweede deel van de rit, via de met bomen en bloemen versierde binnenwegen van de Peloponnesos, heel wat aangenamer dan het eerste deel op de met files en zondagsrijders bevolkte Olympia Odos. Het vakantiegevoel zat er goed in bij ons drietjes, tot bij het binnenrijden van Tolo, rond 4 uur ’s namiddags, de hemelsluizen opengingen. Het zou tot zaterdagavond duren vooraleer ze uiteindelijk weer definitief dicht gingen. Just our luck.
Het slechte weer was uiteindelijk maar een kleine spelbreker tijdens onze eerste dag in Tolo. Het uitzicht vanaf ons verblijf in Gregory Apartments was ook bij een dik wolkendek ronduit adembenemend. Het balkon van het appartement keek uit op de Argolische Golf, met in de verte de silhouetten van eilandjes zoals Koronisi en Platia. Tolo zelf deed weinig Grieks aan. De wit-blauwe voorgevels waar Griekenland (of toch zeker de eilanden) steevast mee geassocieerd worden, waren nergens te bespeuren. In plaats daarvan had de bouwstijl veel meer weg van een Zuid-Frans of een Italiaans dorpje. De Bouboulinas en de Sekeri, de twee kuststraten van Tolo waar het zich eigenlijk allemaal afspeelt, hadden dan weer iets hipster-achtigs. Niet de soms beklemmende drukte van de grotere Griekse trekpleisters, maar eerder een slaperig, zorgeloos sfeertje. En ook hier uiteraard: fantastisch zicht op het strand en de Argolische Golf. Bijna elke bar of eetgelegenheid leek er te mogen pronken met een panorama zo adembenemend dat de kwaliteit van het geserveerde eten en drinken er eigenlijk niet eens wat toe deed. Voor het avondeten opteerden wij voor de aanbeveling van de uitbater van Gregory Apartments: Maria’s Restaurant. Lekker eten en bijzonder vriendelijke service. Iets te vriendelijk misschien wel, want de eigenaar toonde een toch wel bijzonder opvallende interesse in Aris, ons 10,5 maanden oude zoontje. Laat ik het maar op de Griekse kindvriendelijkheid houden en er verder niet te veel achter zoeken.
Zaterdag gingen we voor een bezoekje aan Nafplio, het oorspronkelijke reisdoel. Nafplio bleek al snel de grotere, bekendere bestemming binnen de regio Argolis. Gaf Tolo nog de indruk van een slaperig dorpje, dan was Nafplio wel degelijk de drukbezochte grote broer. Een levendige binnenstad bestaand uit tientallen smalle straatjes met bars, winkeltjes en restaurants. Ik leerde van m’n echtgenote dat Nafplio de allereerste hoofdstad van Griekenland was na de onafhankelijkheidsverklaring. Op de to-dolijst stond een wandeling langs de bekende strandboulevard nabij de haven. Helaas was de regen ook nu van de partij, waardoor we een tijdje in de bars langs de boulevard moesten schuilen. De andere bezienswaardigheid in Nafplio, de Palamidi-burcht, moesten we aan ons laten voorbijgaan. Gelegen op een hoogte van meer dan 200 meter: begin er maar aan met een baby van nog geen jaar oud.
De zaterdagavond, net als de daaropvolgende voor- en namiddag, brachten we opnieuw door in Tolo, waarvan de rust en het fantastische panorama ons uiteindelijk meer bevielen dan de drukte van Nafplio. Op zondag was de zon ook uitvoerig van de partij, wat onze laatste dag nog heerlijker maakte. De eerste zonnebrand van het jaar was ook meteen een feit, gelukkig in erg bescheiden mate. Een graag betaalde prijs voor een hele namiddag kuieren tussen de bars en restaurants (waar overal het traditionele paaslam aan het spit geroosterd werd) en genieten van het zonnetje op het terras van de Remember Lounge: een kleine, maar uiterst gezellige strandbar.
Tolo mag dan wel een bescheidener indruk geven dan Nafplio, de internationale toeristen bleken er desondanks gemakkelijk de weg naartoe te vinden. Tijdens het verblijf botsten we er zowaar op twee afzonderlijke groepen Vlaamse jongeren. In Athene kom ik amper landgenoten tegen, maar in het kleine Tolo lopen ze je bijna voor de voeten. En als wij Vlamingen aan toerisme doen, dan doen we het blijkbaar meteen met alle clichés erop en eraan. Een aantal Vlaamse jongeren probeerde in een van de plaatselijke supermarkten zelfs van de prijzen af te dingen, alsof ze zich in een Marokkaanse bazaar bevonden. Het was al een tijdje geleden dat ik nog eens plaatsvervangende schaamte had gevoeld.
De terugrit op zondagavaond naar Athene, opnieuw via de fleurige Peloponnesische wegen en daarna de Olympia Odos, verliep een pak vlotter dan de heenrit. Amper anderhalf uur na ons vertrek uit Tolo stonden we al opnieuw aan onze deur in Metamorfosi. Met het vaste voornemen om vroeg of laat de trip nog eens te herhalen.
Meer foto’s beschikbaar op mijn Instagram-account.
Meer Nederlandstalige info over Argolis, Tolo en Nafplio is te vinden op de website van De Griekse Gids.
[…] plaatsjes in Griekenland te ontdekken. Vergelijkbaar met wat we vorig jaar deden tijdens ons reisje naar Tolo en Nafplio. Maar zoals wel vaker het geval, kwam er uiteindelijk niets van die mooie voornemens. We kwamen er […]
LikeLike