Mijn naïviteit is me vorige week nog eens zuur opgebroken. Goed, misschien mag ik het ook niet echt naïviteit noemen. Eerder eigenwijsheid. Of halsstarrigheid. Want is het naïviteit als je koppig weigert te luisteren naar de goedbedoelde raad van anderen – in mijn geval, Griekse kennissen en vrienden, en niet in het minst mijn Griekse echtgenote? Als je hun advies wegwuift als paranoia, en je dan op de harde manier moet ontdekken dat ze eigenlijk wel gelijk hadden?
Want het was me hier in Athene al zo vaak gezegd: Let op waar je je auto parkeert. Zeker in (of in de buurt van) het stadscentrum. En als je ‘m er dan toch moet parkeren, laat dan vooral – vooral! – niks van waarde in de auto liggen. De kans is groot dat je ’t bij je terugkomst kwijt bent. Zoals wel vaker liet ik dergelijke raad steeds langs me heen glijden. Ik zag het als hysterie. Dramatiek. Dingen waar ik niet aan meedoe. Want als ik de mensen rondom me heen bezighoorde, leek het wel alsof men hier in je auto zou inbreken voor een blikje cola. Ik lachte m’n echtgenote uit omdat ze, telkens we ergens parkeerden, steevast de autoradio loskoppelde en in het handschoenenvak stopte. Ook al bleven we slechts een half uurtje weg, steeds moest de radio uit het zicht verstopt worden. Lichtjes overdreven, leek me die blinde angst voor auto-inbraken. Typisch Griekse theatraliteit waar ook m’n vrouw niet aan ontsnapte.
Je voelt ‘m al komen, natuurlijk. Twee weken geleden moest m’n vrouw op routinecontrole bij de gynaecoloog. Afspraak om half 8 op een vrijdagavond, op de drukke Leoforos Mesogeion, niet ver van Ambelokipi. Omdat m’n echtgenote zelf liever niet rijdt, pikte ik haar samen met ons zoontje op na het werk, en voerde ik haar naar de gynaecoloog. Bij de aankomst bleken we wat aan de late kant, dus parkeerde ik de wagen simpelweg voor het gebouw waar de man z’n praktijk heeft. Eigenlijk niet toegelaten, maar goed, Griekenland is en blijft Griekenland. Zolang je parkeerplaats het verkeer niet volkomen belemmert, zegt niemand er hier wat van. Zelfs niet de politie.
Drie kwartiertjes later zat de consultatie erop. Toen we terug bij de auto kwamen, bleek het kleine raampje aan de kant van de passagierszetel ingeslagen. We wisten meteen hoe laat het was. Drie kwartiertjes, meer tijd was niet nodig voor de inbreker(s) om de auto open te krijgen, onze spullen te doorzoeken en ervandoor te gaan met m’n werktas, die ik zoals wel vaker achteloos op de achterbank had gegooid en daar had laten liggen. De fout waar iedereen me voor had gewaarschuwd. Weg tas. En net op de dag dat ik er werkelijk alles ingestopt had: laptop, tablet, smartphone, paspoort en identiteitskaart, Grieks paspoort en Belgische kids-ID van m’n zoontje, belastingspapieren van m’n vrouw… Het lijstje gaat nog wel even door. De ironie wil namelijk dat ik net die dag had uitgekozen om werk te maken van een nieuwe aanvraag van m’n Griekse verblijfsvergunning (m’n vevaiosi engrafis). Die was ik eind vorig jaar kwijtgeraakt, maar pas nu had ik de motivatie gevonden om de procedure te doorlopen om een nieuwe te verkrijgen. Want daar komt best wat bij kijken: helemaal naar het politiekantoor voor vreemdelingen in Marousi, met kopieën van een hele hoop officiële documenten. Kopieën die ik uitgerekend die dag op m’n werk had genomen, en die ik, samen met de originele documenten, in m’n werktas had gestopt. En die nu plots allemaal foetsie waren. Jezus, de frustratie.
De politie kwam ter plaatse, en stuurde ons naar het commissariaat van Ambelokipi om een verklaring af te leggen. Verloren moeite, bleek al snel. Want de collega’s van dienst hadden niet echt veel zin te om te werken. Ze vroegen me of ik het nummer van m’n gestolen Belgische identiteitskaart kende. Toen ik antwoordde van niet, zeiden ze meteen dat ze dan ook geen geen verklaring konden opmaken. Ik moest eerst maar naar de Belgische ambassade voor het nummer van m’n kaart, en daarna terugkomen. Klinkklare onzin leek me – een mening waarin de ambassade me later bijtrad – maar wat doe je eraan. Gelukkig werkte de ambassade goed mee. Het tweede bezoek aan het commmissariaat van Ambelokipi de daaropvolgende zondag bleek productiever. Ditmaal waren de agenten van dienst heel wat behulpzamer, en kon de verklaring zonder veel problemen afgelegd worden. Daarmee was (en is) de kous echter nog niet af, want een officiële kopie van de verklaring kon blijkbaar enkel verkregen worden in het GADA, het hoofdkwartier van de Atheense politie. En enkel tijdens werkdagen. En bovendien enkel in de voormiddag. Lekker handig voor mensen die werken. En dus is het hele gedoe na meer dan twee weken nog steeds niet achter de rug, want regel maar eens een voormiddag tijdens de werkweek om de drukke ochtendspits van Athene te trotseren op weg naar het hoofdkwartier van de politie.
Het voorval speelde zich trouwens af op 25 oktober, een dag na m’n veertigste verjaardag. Lekker verjaardagscadeau waarop ik mezelf dus getrakteerd heb. Laat ons hopen dat ik er tenminste iets van heb geleerd. Want wijsheid komt bij mij niet met de jaren, da’s nog maar eens gebleken.