Atheense rampenzomer

Wat zijn de zomermaanden (en die zijn in Griekenland nochtans talrijker dan in België) genadeloos snel voorbijgevlogen. En dat allemaal vanwege Danai, de nieuwste telg in ons Grieks-Belgisch gezinnetje. Bijna vijf maanden is ze ondertussen. En vanwege alle aandacht die ze in die vijf maanden van haar mama en mezelf heeft gevraagd, was er amper tijd om stil te staan bij de zomer.

Niet dat er niks te vertellen valt over de voorbije zomer hier in Griekenland, integendeel. De afgelopen maanden staken bomvol incidenten, die ervoor zorgden dat deze zomer er eentje was om snel te vergeten. Ik zal het niet eens hebben over issues zoals de oplopende Grieks-Turkse spanningen en de tragische brand in Moria, sinds deze incidenten al genoeg belicht werden door de internationale pers, en ze bovendien mijn leven hier in niet beïnvloedden – hoe bekrompen en egocentrisch dat ook klinkt. Maar zelfs als ik het bij de gebeurtenissen hou die ons persoonlijk getroffen hebben, is er al genoeg om over te praten.

Zaterdag 15 augustus, bijvoorbeeld. Ik word wakker rond half 11. Ik vraag m’n vrouw, die net als de kinderen al een tweetal uurtjes vroeger opgestaan was, of alles goed is. “Alles OK”, zegt ze: “Al staat er iets verderop blijkbaar wel een fabriek in brand.” Ik ga naar het balkon waar m’n zoontje Aris zit te spelen, en zie ongeveer een kilometer verder inderdaad een enorme rookwolk. Ik besluit het zekere voor het onzekere te nemen, Aris naar binnen te sturen, en ondanks de bloedhete temperaturen alle balkondeuren te sluiten. “Je weet maar nooit wat er daar allemaal in de fik staat”, zeg ik nog tegen m’n vrouw.

Amper een uur later krijg ik helaas overschot van gelijk. De fabriek in kwestie blijkt dienst te doen als recyclagefabriek – wat trouwens niemand in Metamorfosi leek te weten – en lag op het moment van de brand volgepakt met plastic. Dit zorgt ervoor dat de rookwolk die door de brand is ontstaan niet gewoon een rookwolk, maar een heuse gifwolk is (de Griekse sensatiepers heeft het zelfs zonder aarzelen over een “kankerwolk”). Het brandende plastiek stuurt namelijk dagenlang dioxines, furanen, en andere schadelijke, kankerverwekkende stoffen vanuit “ons” Metamorfosi in de Atheense atmosfeer. De brand, zo blijkt achteraf, was ontstaan rond half 7 ’s ochtends. Desalniettemin duurt het tot de namiddag vooraleer de inwoners van Metamorfosi en omstreken officieel gewaarschuwd worden via een noodbericht op de smartphone: “Sluit alle ramen en deuren. Ga niet naar buiten. Grote brand in een plasticfabriek in uw buurt. Rook inademen kan gevaarlijk zijn.”

Honderden inwoners hebben dus verschillende uren nietsvermoedend de kankerverwekkende lucht in hun woningen – en onvermijdelijk in hun longen – gelaten. Nog erger is het voor diegenen die het noodbericht op de GSM niet gelezen hebben, want buiten dat ene droge bericht komt er bitter weinig officiële communicatie over het incident naar buiten. Wraakroepend. Al even wraakroepend als het feit dat blijkbaar niemand wist welke activiteiten er in het betroffen fabrieksgebouw aan de gang waren. Niemand die wist wat voor gevaarlijk materiaal daar lag te wachten op een misschien wel onvermijdelijke ramp. Niet alleen heel Metamorfosi (waar de intense, misselijkmakende geur van de brand nog weken blijft hangen), maar heel Athene en zelfs heel Griekenland reageert verontwaardigd. “Pure schande”, klinkt het.

Helaas volstaat verontwaardiging in Griekenland maar zelden om snel verandering teweeg te brengen, en amper een dikke maand later, op 26 september, is het weer van dat: in Fyli, ook weer niet ver van bij ons, gaat ’s avonds een van de grootste stortplaatsen in Athene en omstreken in vlammen op. Opnieuw zorgt de grote hoeveelheid opgeslagen afval (waarvan een aanzienlijk deel chemisch van aard) voor een gifwolk. Bovendien staat er die nacht een sterke westenwind, die de wolk nog maar eens richting Metamorfosi blaast. Opnieuw moeten alle ramen en deuren, die we nog maar net terug hadden durven openen na de fabrieksbrand, een aantal dagen dicht.

Voor wie denkt: “dat kan toch geen toeval zijn?” Nee, dat is het ook niet. De stortplaats in Fyli was al de 14e (jawel, de veertiende!) stortplaats of fabriek in twintig maanden tijd die tijdens de nachturen in vlammen opging. Veertien nachtelijke branden in twintig maanden. Dat is inderdaad geen toeval meer. Wie of wat erachter zit, is echter nog steeds voer voor speculatie. Naar verluidt zou het feit dat China geen plastic meer overneemt van Griekenland (en Griekenland er dus niet meer van afraakt) er wat mee te maken hebben. In dat scenario is alles dan maar in brand steken en het als ongeluk laten uitschijnen de cynische, ronduit criminele oplossing. Ik ben niet genoeg op de hoogte over de thematiek om er een gefundeerde mening over te kunnen vormen, dus doe ik dat maar niet. Wel is het duidelijk dat het Griekse afvalbeheer – zoals wel meer aspecten van het Griekse beleid – uitblinkt in kortzichtigheid, inefficientie en overantwoordelijkheid (en vermoedelijk ook wel corruptie), en dat de volksgezondheid daar weer voor mag boeten.

Een Griekse zomer zou ook niet compleet zijn als dat we de grond niet een keertje onder onze voeten voelen daveren. Al kwam de gebruikelijke aardbeving er deze keer wel laat aan: 30 oktober. Stevig voelbaar in de meeste delen van Athene, al bleef de schade in de hoofstad gelukkig uit. Wat helaas niet het geval was in het gebied rond het epicentrum in de Egeische zee. Op het Griekse eiland Samos raken verschillende gebouwen beschadigd, en komen twee tieners om in de daaropvolgende tsunami. De gevolgen zijn nog veel dramatische in het Turkse Izmir, waar 116 mensen het leven laten. Voor mijn Griekse echtgenote was deze aardbeving ook weer aanleiding van een lichte paniekaanval. Voor haar en vele anderen in Metamorfosi is elke beving namelijk een flashback naar de tragische aardbeving van 1999, die hier in Metamorfosi aan tientallen mensen het leven kostte. Van alle valabele redenen die mijn vrouw kan opsommen om haar vaderland ooit te willen verlaten, staat de vrees voor aardbevingen met stip op één.

En natuurlijk werd de hele zomer, die sowieso al weinig genietbaar was, ook nog eens van begin tot einde overschaduwd door de coronapandemie. Want was Griekenland voor aanvang van de zomer nog “het beste leerlingetje van de Europese klas” qua indijken van COVID, dan was dat aan het einde van de zomer al helemaal anders. Het (valse) gevoel van trots en zelfvertrouwen na alle internationale complimentjes zette de Griekse regering ertoe aan het land quasi volledig open te stellen voor het zomertoerisme, ondanks de evidente risico’s. Uiteraard werden preventieve maatregelen afgekondigd voor alle bezoekers (zoals screenings in de luchthaven en verplicht invullen van een zogenaamd “locatieformulier”), maar naar verluidt zouden die maatregelen maar halfslachtig uitgevoerd zijn. En dus voelden we hier al snel hoe de coronasneeuwbal begon te rollen: waren er voor juli nooit meer dan enkele tientallen besmettingen per dag in Griekenland, dan ging dat getal naarmate de zomer vorderde steeds dramatischer de hoogte in. Begin augustus hadden we voor het eerst meer dan 100 besmettingen per dag. Amper een dikke week later zaten we plots voor het eerst aan 200 dagelijkse besmettingen. En hoewel de regering toen, beetje bij beetje, steeds strengere maatregelen begon op te leggen, werd pijnlijk duidelijk dat ze achter de feiten bleef aanhollen, en dat de cijfers zouden blijven oplopen. Half september ging het aantal dagelijkse besmettingen boven de 300, tegen oktober zaten we aan 400, en nog voor het einde van oktober zaten we aan maar liefst meer dan 2000 dagelijkse besmettingen.

Dagelijkse COVID-besmettingen in Griekenland

Pas dan besloot premier Mitsotakis voor het eerst echt drastisch in te grijpen. Mondmaskers, die al een paar weken min of meer verplicht waren in publieke ruimtes (maar waar menige Griek royaal z’n voeten aan veegde), moesten vanaf 3 november altijd gedragen worden zodra je een voet buiten de deur zette. Er werd een avondklok ingevoerd, de horeca ging weer dicht, en er moest opnieuw meer van thuis uit gewerkt worden. Het bracht allemaal weinig zoden aan de dijk, want reeds kort daarop zag Mitsotakis geen andere keuze dan het meest gevreesde woord van 2020 uit te spreken: “lockdown“. Vanaf 7 november, voor het eerst sinds april, en voor minstens drie weken.

En zo zitten we ondertussen dus al een kleine twee weken weer opgesloten. Voorlopig nog zonder al te veel positieve impact, want het aantal dagelijkse besmettingen komt sinds de lockdown geregeld boven de 3000 uit. De waarschijnlijkheid dat de lockdown verlengd wordt en kerstmis in isolement gevierd moet worden, wordt dus met de dag groter. Voeg daar het feit bij dat de Griekse ziekenhuizen op het punt staan te barsten onder de explosie aan besmettingen (ondanks dat de Griekse regering maandenlang de tijd had om de nodige voorbereidingen te treffen voor de aangekondigde tweede golf, maar dat blijkbaar toch niet voldoende deed), en je begrijpt dat er van de trots en het zelfvertrouwen van de eerste golf nog maar weinig overblijft bij Mitsotakis & co.

Maar goed, ook al lijkt na de desastreuze zomer nu ook de rest van 2020 in het water te vallen, het zal voor ons toch het magische jaar blijven waarin we ons dochtertje in de wereld mochten verwelkomen. En de lockdown zien we dan ook meteen als een kans om lekker met z’n viertjes te cocoonen. Of hoe het glas voor ons toch vooral halfvol is.

Een gedachte over “Atheense rampenzomer

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s